Sunday, November 17, 2013

"Aesthetic choice is a highly individual matter, and aesthetic experience is always a private one. Every new aesthetic reality makes one's experience even more private; and this kind of privacy, assuming at times the guise of literary (or some other) taste, can in itself turn out to be, if not as guarantee, then a form of defense against enslavement. For a man with taste, particularly literary taste, is less susceptible to the refrains and the rhythmical incantations peculiar to any version of political demagogy. The point is not so much that virtue does not constitute a guarantee for producing a masterpiece, as that evil, especially political evil, is always a bad stylist. The more substantial an individual's aesthetic experience is, the sounder his taste, the sharper his moral focus, the freer - though not necessarily the happier - he is."

The Nobel Prize in Literature 1987
Joseph Brodsky

http://www.nobelprize.org/nobel_prizes/literature/laureates/1987/brodsky-lecture.html

Tuesday, November 12, 2013


Ayn Rand: Why is she so popular?

"She's become a more dominant influence than she's ever been and that's bad because she's made it cool to be selfish. It's bad for the people outside her favoured elite, the 99%. And it's bad for the morality of the US," says Gary Weiss, author of Ayn Rand Nation: The Hidden Struggle for America's Soul.

Tuesday, March 26, 2013

"Several justices also challenged the notion that procreation was the key to the state’s interest in marriage. Justice Stephen G. Breyer asked Charles J. Cooper, who was arguing for opponents of same-sex marriage, about sterile opposite-sex couples. “There are lots of people who get married who can’t have children,” he said.

Justice Elena Kagan raised the question of a man and a woman over 55 years old seeking to get married, despite the fact that they would not be able to have children. Mr. Cooper agreed that the court could not constitutionally ban such marriages, but returned to the hazards of a “redefinition” of marriage.


Justice Antonin Scalia remarked wryly, “I suppose we could have a questionnaire at the marriage desk asking, ‘Are you fertile?'” When Justice Kagan noted that people were frequently asked about their age by the government, Justice Scalia joked about Senator Strom Thurmond, who fathered in his 70s and served in the Senate until age 100.


The court should not, he said, “put a stop to this democratic debate” over what he called “an agonizingly difficult issue.”


Mr. Olson said that a ban on same-sex marriage would have the effect of “labeling their most sacred relationship” as “not O.K.”
http://www.nytimes.com/2013/03/27/us/supreme-court-same-sex-marriage-case.html?hp&_r=0


So here you have a few excerpts of a NYtimes article pointing to issues related to gay marriage which I was pondering over in the past. I am glad that even the court acknowledges that it is  “an agonizingly difficult issue.” Somehow I have found peace with it, but not necessarily an answer. Rather I have surrendered to pragmatism. 

Monday, March 18, 2013




Ethiek in de roman 'Het Portret van Dorian Gray'

Een analyse volgens de intrinsieke benaderingswijze



De grondlegger van de literaire benaderingswijze Practical Criticism, behorend tot de intrinsieke benadering, I.A. Richards, was van huis uit filosoof[1] en geen literaire criticus. Vandaar waarschijnlijk ook zijn theorie over, hoe een literair werk te beschouwen is. Dit betekent dat, afhankelijk van de aard van het werk, het bestuderen ervan in het licht van een verwante discipline gedaan wordt. Voor het analyseren van een literair werk zijn bepaalde benaderingswijzen geschikter dan andere. Er bestaat pennenvruchten, die met een benaderingswijze in het achterhoofd geschreven zijn. Een voorbeeld  daarvan is ‘Ulysses’[2] van James Joyce, dat niet alleen volgens de psychoanalytische benadering goed te analyseren is, maar anders moeilijk te begrijpen valt.

De intrinsieke benadering, zoals het woord al aanduidt, houdt een concrete analyse van een bepaald werk in. Deze analyse is de basis van de daaropvolgende interpretatie, die met een waardeoordeel wordt afgesloten. Volgens deze benadering is literatuur een belangrijk middel voor de opvoeding van de mensheid. Literaire kritiek leidt tot spirituele groei en heeft een genezend effect.

Zo had Oscar Wilde een sterk ethisch doel bij het schrijven van de roman ‘The Picture of Dorian Gray’. In het voorliggende essay wordt geprobeerd, dit aan hand van een aantal sleutelmomenten uit het verhaal, te bewijzen. Het werkstuk volgt de Practical Criticism benaderingswijze, omdat een boek geschreven met het bovengenoemde doel, zich het best voor dit soort analyse leent.

Waarom moet het sterk ethische karakter van het boek bewezen worden? Is het niet voor de hand liggend? Toen de roman in 1891 verscheen, werd het bestempelt als 'unclean,' 'effeminate,' and 'contaminating[3], ‘one element...which will taint every young mind that comes in contact with it[4] , en het lezen ervan was volgens critici, gelijk aan ‘grubbing in muck-heaps’[5]. Nadat hij de homo-erotische momenten in zekere zin verhuld had, publiceerde Oscar Wilde het boek met de bewering dat het ‘a real work of art with a strong ethical lesson inherent in it[6] betreft. Aan Conan Doyle schreef hij: ‘I cannot understand how they can treat Dorian Gray as immoral’. [7]

Hoewel bekend als  een van de leiders van de Esthetische beweging in Groot-Brittannië, die het concept van ‘l’art pour l’art’ verdedigde, is de enige roman van Oscar Wilde een ethisch pleidooi. De navolgende analyse is gebaseerd op de in 1891 gepubliceerde versie met twintig
hoofdstukken.[8]

De openingsscène van het boek is een poëtische beschrijving van het bloeiende voorjaar, die goed te vergelijken is met de bloeiende jeugd van Dorian Gray. Naar een aantal geestige uitwisselingen tussen de kunstenaar en zijn vriend, worden in het volgende hoofdstuk de twee hoofdpersonen, Dorian Gray en Lord Henry, tegenover elkaar geplaatst. Lord Henry’s eerste beweringen tegen de jonge man gaan over ‘het goede leven’, met andere woorden, zijn filosofisch van karakter. Hij spreekt zelfs expliciet over het doel van het leven: ‘The aim of life is self-development. To realize one's nature perfectly--that is what each of us is here for.’ Tegelijkertijd laat Lord Henry zich contrair tot de vastgestelde normen van Godsvrees en leven voor de ander uit. Zijn idee van zelfontplooiing is ‘to live out his life fully and completely’. De dichotomie tussen lichaam en ziel wordt eerst behouden, hoewel hij later herhaaldelijk beweerd dat ze elkaars genezing zijn en dat hedonisme is waar het om gaat: ‘To cure the soul by means of the senses, and the senses by means of the soul.’ En dan wordt Dorian Gray geconfronteerd met de tijdelijke aard van het lichaam. Zijn portret onthult hem de waarheid dat al het zingenot voorbijgaand is. Een ‘dood’ schilderij is in het bezit van meer dan hem, want het blijft langer mooi dan hij. Dorian is bereid zijn eeuwige ziel ‘te verkopen’ voor het behouden van zijn lichamelijke schoonheid.

Een interessant element is dat dit gebeurd onder de invloed van Lord Henry, die in het begin beweert dat iedereen zichzelf moet vinden, en zich niet door anderen moet laten beïnvloeden. Volgens hem is een ander beïnvloeden, ongeacht de aard van de invloed, slecht. Tegelijkertijd doet Lord Henry zijn best om zijn ideeën aan Dorian over te dragen en dat is de oorzaak van Dorian’s ‘val’. Tegen het eind van het hoofdstuk, zegt de maker van het portret: ‘It was so unlike Dorian to speak like that. What had happened?’

Nadat hij, dankzij zijn oom, meer over de achtergrond van Dorian Gray te weten komt, geeft Lord Henry toe dat hij geniet van de invloed die hij over de jonge man heeft. Door zijn geestige opmerking tijdens de lunch bij zijn tante, doet hij zijn best om bepaalde ideeën aan Dorian over te dragen en hierdoor indruk op hem te maken. Met succes!

Vanaf hoofdstuk vier, verleid door lord Henry’s zorgeloosheid en zijn lef om zich uit te spreken tegen de bestaande normen en waarden, begint Dorian Gray volgens de opvattingen van zijn vriend in de wereld te handelen. Hij wordt waar Lord Henry het over heeft, zijn ideeën in het leven geroepen.

In de zoektocht na schoonheid, volgens Lord Henry het ware geheim van het leven, werpt Dorian zich in avonturen, die voor zijn ontmoeting met de man, ongekend voor hem waren en welke hij nooit had aangedurfd. Zijn eerste ontdekking hierbij is de actrice Sibyl Vane. Waar aan het ideaal om schoonheid boven alles te verheffen, wordt hij verliefd op een toneel figuur
waarvan hij geen enkele karaktereigenschap kent. Hij is betoverd door haar uiterlijke schoonheid, welke Sybil waarschijnlijk zelf ook adoreert, als we naar haar laatste naam oordelen - Vane! De eerste gelegenheid om haar te leren kennen, wijst Dorian af, met de woorden dat Juliette, in de rol waarin hij haar eerst zag, al lang dood was en het dus niet mogelijk is om haar te ontmoeten. Hoewel hij het toneel waar Sybil speelt in hoofdstuk vier als ‘an absurd little theatre’ beschrijft, begint Dorian het nachtelijks te bezoeken, om zijn geliefde te bewonderen. Zo ziet hij Sybil als Juliette, Rosalind en Imogen. Toen ze elkaar uiteindelijk ontmoeten, spreekt zij hem toe als ‘Prince Charming’, een ander toneel figuur. Vrij snel beslist Dorian Sybil te trouwen en maakt hij zijn liefde kenbaar. De ontmoeting en liefde van de beeldschone man, betekent voor Sybil de ontdekking van haar eigen emoties. Tot nu toe was haar leven een nabootsing van de realiteit op de toneelplanken. Het ontdekken van iets dat echter is heeft twee effecten op haar. Ten eerste verliest ze haar fascinatie met de ‘world of shadows’[9], het toneel. Ten tweede, nu dat ze de emoties voor het toneel moet nabootsen, ontdekt ze tegelijkertijd met Dorian en zijn vrienden, dat ze eigenlijk niet kan acteren. Dit feit heeft het tegenovergestelde effect op haar dan op Dorian. Terwijl Sybil zich aan Dorian overgeeft, stoot hij haar van zich af. Zijn ‘liefde’ voor de actrice was juist gebaseerd op haar vermogen om substantie aan poëtische ideeën en personages te geven.

Deze episode kan aanleiding geven voor diepere filosofische redeneringen over wat realiteit is, maar Oscar Wilde geeft eerst een andere wending aan het verhaal. Bij zijn thuiskomst, ontdekt Dorian dat zijn portret veranderd is. Nu is er een wrede glimlach aan toegevoegd. Zijn meedogenloze daad taste zijn eigen ziel aan.

Op deze manier geconfronteerd, begint Dorian na te denken over het leven. Hij ziet de keuze voor zich om alsnog een goed mens te worden, door gewoon terug te gaan en ongeacht zijn teleurstelling, met Sybil te trouwen. Hij denkt over het verschil tussen innerlijk zelf, zijn ziel, vertegenwoordigd door het schilderij, en het lichaam na. Dat is zichtbaar in de volgende vraag als de constituent ‘on the canvas’ weggelaten wordt: ‘was there some subtle affinity between the chemical atoms that shaped themselves into form and colour (on the canvas) and the soul that was within him?[10]. Snel weer, onder de invloed van Lord Henry, vergeet Dorian zijn goede voornemens en troost hij zich met de gedachte dat niemand ziet wat binnen schuilt. Hij kiest voor het genot van zijn uiterlijke, materiële zelf.

Meteen na deze keuze, wordt Dorian bezocht door de maker van zijn portret, die, als we de vergelijking vervolgen, op de maker van de ziel duidt. Zoals de gezegde luidt ‘God is good’, probeerdt dus Basil, Dorian op het rechte pad te zetten.

Dan gebeurt iets eigenaardigs, waarvoor deze ethische, bijna religieuze roman met al zijn verwijzingen naar moraal, de ziel, geweten en zelfs God, in de Victoriaanse tijd de reputatie van een ‘smerig boek’ kreeg. In de poging om zijn decadentie te verbergen, ontdekt Dorian het geheim van zijn vriend. Basil is verliefd op hem. Hoewel het verhaal meer dan één aanduiding van homofilie heeft, is dat het moment, wanneer het expliciet wordt uitgedrukt. Basil’s liefde voor de jonge man werd in zulke mate als verwerpelijk beschouwd, dat de sterke spirituele boodschap van het boek, duidelijk gemaakt door de afkeuring van Dorian’s talloze wrede en egoïstische daden, en het benadrukken van het belang van de ziel, dit niet recht kon zetten.

Een keer bevestigd in zijn keuze voor het lichaam, krijgt Dorian Gray de ideale, en in de werkelijkheid onmogelijke kans, om hiervan grenzeloos te genieten. “Het gezicht is een indicatie van de geest”, of zoals in het roman staat: ‘Sin is a thing that writes itself across a man's face’[11]. Dorian Gray hoeft zich hierover geen zorgen te maken, want deze afdruk krijgt het schilderij en hij kan zorgeloos genieten.

De essentie van het lichamelijke genot zijn de sensaties waargenomen door de zintuigen. Daarom geeft Dorian zich over aan het genieten van de objecten van de zintuigen – schitterende  muziek voor zijn oren, verrukkelijke geuren voor zijn neus, prachtige juwelen voor het plezier van zijn ogen, enz. enz. Maar al dit zingenot wordt bedorven door twee feiten: de constatering van de tijdelijke aard van de materie, ‘he was almost saddened by the reflection of the ruin that time brought on beautiful and wonderful things’; en het diep gewortelde besef dat aan zijn daden consequenties vastzitten, wat symbolisch uitgedrukt wordt door zijn angst dat iemand het schilderij zal ontdekken, ‘he would suddenly leave his guests and rush back to town to see that the door had not been tampered with and that the picture was still there.

Desalniettemin blijft Dorian zijn gang gaan en degradeert zichzelf volledig. Wat gebeurd er aan het eind met hem en zijn portret? Hoewel hij wonderbaarlijk tegen alle kwaad beschermd lijkt te zijn, is hij zelf de reden voor zijn leed. Dorian wil zijn onschuld terug winnen door de
veronderstelde oorzaak van zijn mislukte leven, het schilderij, te vernietigen, zoals hij al eerder met zijn maker deed. Het resultaat hiervan is de dood van zijn vermeende identiteit en het uitdijen van zijn ziel als zuiver en onaangetast.

Wanneer men dit verhaal nu, begin 21ste eeuw zorgvuldig analyseert, lijkt het bijna op een morele preek. De vraag blijft: hoe kon destijds de misvatting ontstaan dat het een amoreel boek is, dat door geen fatsoenlijk jong mens gelezen mocht worden?

De intrinsieke benaderingswijze kan hierop moeilijk een antwoord geven. Deze manier van tekstanalyse kan tot persoonlijke verrijking leiden en denkmateriaal verstrekken, zoals het beoogde doel van de intrinsieke wijze luidt. Het bestuderen van het boek in verband met een relevante discipline, welks het idee is van Practical Criticism, kan de lezer verder brengen. In dit geval bespreekt de auteur kwesties die met theologie en filosofie te maken hebben. De essentiële vragen, die deze twee disciplines beogen te beantwoorden ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat is het goede leven’, worden in deze roman uitgebreid behandeld. Misschien ging Oscar Wilde wel te ver voor de toenmalige maatschappij. In bepaalde mate verwierp hij de klaargelegde antwoorden van het heersende Christendom, door lichaam en ziel als apart te beschouwen, zoals Plato dat deed. (Een andere verwijzing naar Plato is ook een bepaalde woordkeuze in de roman, bijvoorbeeld de ‘world of shadows’.) Christendom, al sinds de Middeleeuwen, had zich in het echt verbonden met de filosofie van Aristoteles[12], die lichaam en ziel als één beschouwde.

Maar om echt een antwoord op de vraag, waarom Dorian Gray als een verwerpelijk boek gezien werd, te kunnen geven, moeten we van de intrinsieke benadering naar de extrinsieke overstappen. Pas dan, als we de ogenschijnlijk schandalige uitingen van Lord Henry in het licht van de normen van de Victoriaanse maatschappij en moraal analyseren, kunnen we het antwoord vinden. Dan, wordt het duidelijk hoe een boek, dat ons bijna op een hedendaagse kerkpreek lijkt, destijds als bewijs tegen zijn auteur werd gebruikt in een proces, die uiteindelijk zijn leven koste. Geschiedenis herhaalt zich. Was dat niet ook het lot van Socrates?





[2] Shechner, M., James Joyce and Psychoanalysis: A Selected Check list
[4] Daily Chronicle,  30.06.1890
[5] Whibley C., Scots Observer, 5.07.1890
[6] Ackroyd, P, The Picture of Dorian Gray, Introduction (1988)
[7] Ackroyd, P, The Picture of Dorian Gray, Introduction (1988)
 [12] Ritch, C., The Possibility of Christian Appropriation of Aristotle’s Ethical Philosophy, 2004, Aporia Volume 14 - 1  



Comparing and Contrasting To Kill a Mocking Bird and The God of Small Things

In the first year of the English Teachers Training program, there is a module called Ethnicity, consisting of the study of texts related to the theme. In this short essay, I would like to compare and contrast two of the focal texts, namely: To Kill a Mocking Bird by Harper Lee, and The God of Small Things by Arundhati Roy.

Contrasting the two novels is not difficult. They differ in almost all aspects. The setting and time of H. Lee’s book is the Deep South of the early twentieth century, while the action in A. Roy’s book takes place some eighty years later in the Indian state of Kerala. An interesting point of comparison is that both novels won prestigious prizes: the Pulitzer and the Booker prize respectively. They are the authors’ first and only novel to date, and as such, they contain a fair amount of autobiographical elements. The plots differ essentially, although both are narrated from a child’s point of view.

The two novels have a very substantial point in common, namely their themes. The predominant theme of Harper Lee’s book is racial injustice. Similarly, The God of Small Things deals with the injustice of the caste system. Caste in India is, to a certain degree, based on race. We read in Roy’s book that Velutha, the Untouchable, is darker in color than his lover of a higher caste. Caste and race are easily comparable, as in either case people are not able to choose to which one they belong, nor does any amount of personal qualification help the ‘low-born’ against society’s harsh and unjust treatment. “If they hurt Velutha more than they intended to, it was only because any kinship, any connection between themselves and him, any implication that if nothing else, at least biologically he was a fellow creature – had been severed long ago.” In both books the protagonists become the scapegoats of social prejudice. Although of good character and considerable skill, they pay with their lives for sexual crimes they haven’t committed. Velutha is blamed for raping Amu, a woman and a divorcee – two facts that situate her in the lowest step of the social ladder. Mayella Ewell, on the other hand, can safely be put in the category of ‘White Trash’. Still, their ‘honor’ is worth more than the very life of a black man or an Untouchable, who are killed simply on the suspicion of infringing upon it.

The secondary themes of both novels are caste/class tension and gender roles. In presenting these matters the authors differ in their outlook on humanity. While Harper Lee is able to point out a good quality in almost anyone, A. Roy paints a picture of humanity in stark colors: almost all of her characters are subjected to vice – be it dishonesty, maliciousness or a ‘fierce lack of ambition’.

In this way, these two novels written on different continents, and describing societies which externally are hard to compare, expose humanity’s vicious tendency towards unfair and cruel treatment of the most vulnerable. A landmark of human civilization is how society treats its weaker and needier members.

Monday, February 4, 2013

Ils sont humains après tout. A l’aube du lundi 4 février, après près de trente heures de débat sur le "mariage pour tous" en un week-end, les députés accusaient le coup, le teint jaune, les yeux cernés et la chemise froissée. Mais le sourire aux lèvres, du moins pour ceux de la majorité. Au terme de deux jours d’un incroyable marathon législatif entamé samedi 2 février à 10 heures – personne, au Palais-Bourbon, n’a mémoire d’un tel record – une grande majorité des (jeunes) élus socialistes étaient épuisés, certes, mais ravis d’avoir, enfin, vécu leur week-end d’intégration.

Week-end d’intégration à l’Assemblée nationale